Methodologie
Een instelling is divers in de cursussen die ze aanbiedt, de profielen van haar studenten, het onderwijzend personeel, de uurroosters en de grootte van de groepen. Het is daarom essentieel om samen met de verschillende gebruikers een project te definiëren dat rekening houdt met diversiteit. Traditioneel wordt een programma op de volgende manier bedacht:
PLAATS = FUNCTIE = GEBRUIK
Om het gebouw aan te passen aan nieuwe leermethodes, stellen we voor om de permanente toewijzing van een plaats aan een functie af te schaffen. Functies zijn mobiel en mensen verplaatsen zich afhankelijk van de activiteit die ze willen uitvoeren. We definiëren daarom plaatsen met een uitgesproken karakter, ontworpen voor een bepaald soort gebruik in plaats van een functie.
PLAATS = GEBRUIK, FUNCTIE IS MOBIEL
Het voorgestelde project is het resultaat van een samenwerking tussen de verschillende gebruikers en de architecten. Om de gesprekken te vergemakkelijken en de deelnemers uit een ruimtelijke context te halen waar ze geen controle over hebben, hebben we een hele reeks grafische hulpmiddelen gecreëerd om onze methode duidelijk uit te leggen.
Participatieve programmering
Samen met het CPFB zijn we begonnen aan een zeer gedetailleerde studie van de verschillende gebruiksmogelijkheden om vervolgens de optimale setting te definiëren (rustig/luidruchtig – formeel/informeel – alleen/groep – groot/klein – vertrouwelijk/open – vast/mobiel). We hebben ook gedaan naar de menselijke, de ideale werkhouding voor een bepaalde activiteit of tool, om de meest geschikte ruimtes en meubels te kunnen definiëren.
Het definiëren van ruimtes die ontworpen zijn voor gebruik, vereist een gedetailleerde analyse van wat er al dagelijks gedaan wordt (of gedaan zou kunnen worden) binnen de instelling. Hiervoor is participatieve programmering een essentieel hulpmiddel, met ondersteuning van grafische documenten die zijn afgestemd op de behoeften van de verschillende gebruikers. Soms weten gebruikers niet exact wat ze nodig hebben, ze weten niet altijd wat hen precies stoort in een ruimte en willen vooral de oplossingen voorstellen die ze al kennen. Aan de andere kant kennen ze best van allen hun werk, hun gewoonten, wat ze zouden willen doen, enz. Door de participatieve programmering te richten op het gebruik van een ruimte hebben we informatie verkregen die geschikt is voor een ‘activity-based’ ontwerp.
Dit gebeurt in de vorm van 3 workshops die worden aangeboden aan elk van de 3 werkgroepen: administratie, management en docenten/studenten.
De eerste workshop dient om informatie te verzamelen. Er werden roosters ingevuld over groepsdynamiek, werkposities, connecties tussen leerlingen, connecties tussen personeel, enz. Het doel is om de behoeften van de gebruikers te begrijpen, om te begrijpen wat ze doen, waarom ze het doen, hoe ze doen en wat de ideale manier zou zijn om het te doen.
Zodra we de informatie hebben geanalyseerd en georganiseerd in functie van de verschillende gebruiken en gebruikers in het CPFB, kunnen we beginnen met de tweede workshop, die bestaat uit het valideren van de ruimtes.
Het is belangrijk om te vermelden dat we het in dit stadium nog niet over ruimtelijkheid hebben, maar dat we types van ruimtes ontwikkelen (voorbeeld: multifunctionele ruimte voor 20 personen + samenwerking: beschrijfbare muren, verplaatsbaar meubilair enz….).
De laatste workshop dient om de ruimtes te structureren. We bespreken ruimtelijke organisatie van de instelling, de relatie tot de publieke ruimte, tot studenten, enz. Het doel is om te begrijpen wat een mogelijke hiërarchie is tussen de ruimtes te bepalen, de mogelijkheid om ruimte te delen en welke nabijheden wenselijk zijn.
Zodra de conclusies van deze laatste workshop gevalideerd zijn, beginnen we eindelijk met ontwerpen.
Een doordachte renovatie
Het gebouw heeft al verschillende levens gekend. Oorspronkelijk het postkantoor van Louvain-la-Neuve, waarna het onderdak bood aan een aantal UCL-opleidingen tot het de laatste keer werd gebruikt als ‘school voor geluid’. Door de overcompartimentering en de toegevoegde akoestische isolatie voor de opnamestudio’s, was de eenvoud van de ruimtes en de materialen volledig verloren geraakt.
De eerste taak was daarom het ontmantelen van het gebouw: al het beton redden dat kon worden gered, de kleur van het metselwerk herstellen, het schrijnwerk in goede staat bewaren, enz.
Het project herstelt de openheid van het gebouw door de oorspronkelijke structuur te onthullen. De volumes worden zowel functioneel als ruimtelijk gedecompartimenteerd. De hoogtes en het spel van balken en het daglicht dat valt door de glazen bouwstenen in het dak worden hersteld. De circulatie is vereenvoudigd en een grote open ruimte werd verplaatst naar de achtergevel en omgevormd tot een zitgedeelte. Het doel van de renovatie is om het gebouw zo veel mogelijk in zijn oorspronkelijke staat te herstellen en het tegelijkertijd te voorzien van de technologie en thermische comfort voor de komende 30 jaar. Om dit zo goed mogelijk uit te voeren, grijpen we enkel in op de muren die in het verleden al werden aangepast voor verbouwingen. De oostgevel is de enige gevel die we aanpassen, om de ruimte op de begane grond te openen en meer continuïteit mogelijk te maken.
Op de begane grond kom je binnen in een sociale, open ruimte waar ook de receptie is. De ingang loopt door tot de multifunctionele zone, bestaande uit 3 ruimtes (werknissen, een werkruimte voor 50 personen en een werkruimte voor 10 personen) die uitgeeft op het pleintje Place du Pont aux Ânes.
De bovenliggende verdieping omvat een samenwerkingsruimte voor groepswerk en een open auditorium voor informeel werk tijdens de pauzes. Er zijn ook ruimtes met een meer vaste opstelling, zoals de auditoria en het samenwerkingslab. Tot slot is er de administratieve ruimte, uitgebreid met een gespreksruimte en een opnamestudio.
Nadat de oorspronkelijke materialiteit en volumetrie waren hersteld, werd een gladde betonnen dekvloer gestort om het robuuste karakter van de architectuur te bevestigen. Daarnaast speelden we met meer grafische elementen: het nieuwe schrijnwerk is lichter gemaakt om te contrasteren met het bestaande donkerkleurige schrijnwerk en het geel van de trap contrasteert met het rood van de baksteen. Dit spel tussen contrasten is representatief voor onze zoektocht om bestaande kwaliteiten te versterken en zo het gebouw weer te doen opleven.
Het doel van de renovatie is om het gebouw zo veel mogelijk in zijn oorspronkelijke staat te herstellen en het tegelijkertijd te voorzien van de technologie en thermische comfort voor de komende 30 jaar.